Agterom
Als een echte historicus loopt Kiekes Agterom constant achter de feiten aan. ‘Check, check, doublecheck,’ zou hij zeggen als hij Engels sprak. Maar Kiekes spreekt geen Engels, geen woord. ‘Ik ken geen Angels’ pleegt hij te zeggen. Onvervalst ‘Blaoloos’ daarentegen, spreekt hij desgewenst wel. Net als Annuk uut Blalo. Annuk schrijft zelfs in het plaatselijk dialect en hij beschouwt zich dan ook als een hoeder van deze taal; het ‘plat’, om die geuzennaam maar eens te bezigen.
Edoch, het gaat hier om Kiekes - evenals een andere plaatsgenoot, de hierna voor te stellen Naet van de Kous - liefhebber-historicus. Het probleem, als we dat tenminste zo mogen noemen, is echter dat (ook) Kiekes helemaal geen historicus ís, maar verslaggever van de Blalo Bode en dat hij in die hoedanigheid alleen oud nieuws weet te scoren. Hij heeft er zelfs zijn handelsmerk van gemaakt. Een gebeurtenis als de beruchte Watersnood in februari 1825 bijvoorbeeld, toen de kusten van de Zuiderzee werden geteisterd door een zware noordwester storm, brengt hij Als de Dag van Gisteren. En wanneer de nostalgie er vanaf druipt, ontbreekt in zijn stukjes nooit zijn gevleugelde uitspraak Ach Lieve Tijd. Voortdurend beweert hij, dat hij zo ongeveer alles Met Eigen Ogen heeft gezien. Als het om wat voor reden dan ook heikel wordt, spreekt hij In Naam van Oranje. In zijn schaarse vrije tijd werkt hij, tot verdriet of misschien ook wel tot vreugde, van zijn Gerritdina aan het (volgens hem) encyclopedische standaardwerk in wording Documentaire Twintigste Eeuw.
Maar toch, het heeft wel wat: Kiekes en zijn geheel eigen kijk op de tijd en de werkelijkheid.